zondag 2 september 2012

Het Sarphatihuis -12



Het Dr. Sarpahatihuis is groot, je moet eigenlijk aan de overkant van de straat staan om het gebouw helemaal te kunnen zien. In het huis is een verzorgingstehuis. De beroemde Nederlandse zanger Ramses Shaffy heeft hier tot zijn dood gewoond.







Werkhuizen

Het gebouw is niet gebouwd als verzorgingstehuis. Het gebouw is neergezet als werkhuis. En de naam zegt het al: ‘het is een huis om in te werken.’ Een soort fabriek, maar in deze fabriek woonden mensen meestal niet vrijwillig. Ze werden opgesloten en moesten werken. Het idee voor de werkhuizen was ooit ontstaan in de 16e eeuw en bedacht door Dirck Volkertszoon Coornhert. Hij vond dat lijfstraffen geen zin hadden. Mensen konden beter hard werken als straf. Dieven en ander tuig werden veroordeeld tot werken in een tuchthuis. In Amsterdam werden twee tuchthuizen opgericht: Het rasphuis voor de mannen en het spinhuis voor de vrouwen. In het rasphuis moesten mannen tropisch hardhout raspen en van de pulp werd pigment gemaakt voor de verf. De vrouwen moesten spinnen in het spinhuis. Dat moeten werken heet dwangarbeid. Het idee was dat tuchthuizen winst maakten en dus de stad niet veel geld kostte. En het idee dat je veroordeeld kon worden voor dwangarbeid moesten mensen weerhouden te gaan roven, stelen of bedelen.

 ..”Een ieder die bedelend wordt aangetroffen zal voor twee maanden op water en brood worden gezet; voor de tweede maal zes maanden in het Rasp- of Spinhuis opgesloten worden’… enz.’

Je belandde in het tuchthuis als je had gestolen, of als je een landloper was of zwerver; alcoholist,  dakloze, maar ook als probleemjongere kon je er terecht komen. Het gebeurde dan dat de familie toestemming vroeg of zij een familielid kon laten opsluiten. Maar het gebeurde ook dat je moest werken als je het niet eens was met de leiders van de stad of het land. Eigenlijk waren dat politieke gevangenen. Het tuchthuis was een soort gevangenis. Zo hoopten ze dat mensen na een paar jaar hard werken op het rechte pad bleven. Maar het was een slecht leven in de tuchthuizen, ze waren donker en vies en het leven was er zwaar. De tuchthuizen of werkhuizen zijn de voorlopers van de gevangenissen.

Abraham van het hart

In 1782 werd een nieuw werkhuis gebouwd. Het spinhuis en het rasphuis waren telkens overbezet. Zoveel landlopers en andere arme sloebers werden opgepakt in het rijke Amsterdam dat de stad het niet langer aankon. Het werd ook het nieuwe werkhuis genoemd. De architect was de stadsbouwmeester van Amsterdam: Abraham van het Hart. Als stadsbouwmeester ontwierp en bouwde hij alle openbare gebouwen in Amsterdam. Dat deed hij van 1777 tot aan zijn dood in 1820. Ze wilden de behuizing verbeteren en er waren ook andere ideeën over hoe je dat het beste kon doen. Hij maakte een gebouw met veel licht en toevoer van verse lucht.

Classisme

Van het Hart heeft het Dr. Sarphatihuis in een Classicistische stijl ontworpen. Maar wat is dat voor een stijl? Het is een stijl die terugkijkt naar de antieke stijlen van de Grieken en Romeinen, zoals tempels, paleizen en triomfbogen. Als je voor de voorgevel staat dan zie je in het midden boven aan een uitgerekte driehoek met een beeldhouwwerk erin. Dat zie je ook vaak bij antieke tempels.
Als je zo voor de gevel staat zie je dat het symmetrisch is. Dat wil zeggen dat vanaf het midden, links en rechts er hetzelfde uitzien. Een grappig voorbeeld zullen we daar nog van zien in de regentenkamer.


Die platte driehoek heet een fronton en er zit een beeldhouwwerk in. In het midden zit de Amsterdamse stedenmaagd met naast haar de 3 kruisen van Amsterdam. Die drie kruizen zijn van het wapen van Amsterdam en zijn eigenlijk het logo. Recht, naast haar bevinden zich  3 figuren die orde, naarstigheid en werkzaamheid verbeelden. Links van haar staat Hercules met zijn knots figuren die  luiheid, bedelarij, dronkenschap en liederlijkheid voorstellen, tegen te houden. Aan het fronton wordt duidelijk wat er zich achter de voordeur afspeelde toen het geopend werd. Hier moest hard gewerkt worden. De beeldhouwer H. Ziezenis heeft het fronton gemaakt.

Het nieuwe Werkhuis

Het ‘Nieuwe Werkhuis’, want zo heette het moest plaats bieden aan zo’n 700 tot 800 mensen. Alles bij elkaar dus, dus de mannen en vrouwen kregen gescheiden afdelingen.  Ze hadden eigen werkplaatsen, slaap- en ziekenzalen en eigen binnenplaatsen. Daarnaast was er nog een afdeling voor gasten waarvoor de familie betaalden. Dit konden mensen uit gegoede families zijn, waarmee ze zich geen raad meer wisten. Ook echtelieden, man of vrouw, werden opgesloten als ze voortdurend dronken waren.

Op de bovenste verdiepingen waren de slaap – en ziekenzalen, badkamers en toiletten. Op de middelste verdieping, de hoogste verdieping  waren de werkplaatsen met veel licht. En er was een systeem gemaakt dat er veel frisse lucht in deze werkzalen kon komen. Maar de mensen die daar aan het werk waren, konden niet op de straat kijken want daarvoor waren de ramen te hoog geplaatst.

Anders dan nu, lag er op de vloeren en de werkzalen overal klinkers. Dat was om brand te voorkomen en ongedierte buiten te houden. Het binnenterrein was verdeeld in vier binnenplaatsen. Elke binnenplaats was van een van de vier vleugels bereikbaar. Iedere binnenplaats had een eigen pomp en eigen verlichting.

Hal en trappenhuis

In de hal is een beeld te zien, dat heet ‘horen, zien , zwijgen. De zintuigentuin van het Dr. Sarphatihuis heeft dezelfde naam.
Het prachtige trappenhuis is nog helemaal in oorspronkelijke staat. Er hangen schilderijen met daarop regenten en regentessen afgebeeld.  Zij vormden het bestuur van het “Nieuwe Werkhuis”. Samen letten ze op het geld, op het reilen en zeilen en stelden het personeel aan. Op de schilderijen zijn ze geld aan het tellen en schrijven ze rekeningen uit. Geld was erg belangrijk.

De regentengang

Boven aan de trap zie je nog een deel van de regentengang. Via deze gang konden de regenten toezicht houden op de mensen, zonder dat ze zich tussen de mensen hoefden  te mengen.



De regentenzaal

In deze zaal kwamen de regenten bij elkaar om te vergaderen en om bewoners te verhoren. Als een bewoner een regel had overtreden beoordeelden zij welke straf hij of zij zou krijgen. Bewoners werden soms bij een ernstig vergrijp opgesloten in de cellen onder de trappen in de hoeken van  het gebouw en op water en brood gezet. In deze kamer zitten ‘valse’ deuren. Het zijn geen echte deuren maar ze zitten er alleen maar zodat de ruimte symmetrisch is. In het Classicisme vinden ze dat belangrijk, zoals we ook bij de voorgevel hebben gezien.
De zaal heeft wat ze noemen een Lodewijk XVI interieur. Het stucwerk is geïnspireerd op interieurs zoals die bijvoorbeeld in de 18 eeuw gevonden waren in Pompeii, het stadje dat  in Italië in het jaar 62 door een vulkaanuitbarsting bedolven was onder het lava.

Links en rechts liggen de regentenkamers. Die zijn ook in dezelfde Lodewijk XVI stijl versierd. De vertrekken waren geschilderd in meer kleuren. Onder andere in reseda, een prachtige grijsgroene kleur. De namen van de vroegere regenten en regentessen kan je zien op de borden bij de regentenkamers.

Soldaten en Ouden van Dagen



Tijden de overheersing van de Fransen is het werkhuis nog korte tijd gebruikt om er hun zieke soldaten en gevangen onder te brengen. Daarna werd het een oudemannenhuis. In 1875 werd  het een Armenhuis. Volgens de regels toen werden”… ‘tijdelijk verpleegd ouden van dagen, ongeneeslijk zieken, idioten en voorts zoodanigen wier opneming in een gesticht onvermijdelijk is.’… In 1933 veranderde de naam in “Gemeentelijk Verzorgingstehuis voor Ouden van Dagen’.
Maar was het een verzorgingstehuis zoals nu? Zeker niet! De ouden van dagen moesten hard werken voor hun dagelijks brood: weven, spinnen, hekelen, breien, naaien en touwpluizen. De bewoners van het werkhuis maken zeildoek en koffiezakken voor de Nederlandsche Handels Maatschappij en hemden en broeken voor het leger en de marine. Pas in 1957 werd de werkplicht afgeschaft.

In de jaren ’70 van de twintigste eeuw werd het grootschalig verbouwd. Aan het eind van die verbouwing is het voormalig Nieuwe Werkhuis het Dokter Sarphatihuis genoemd. Het gebouw is vernoemd naar Samuel Sarphati. Dit was een arts uit Amsterdam en leefde aan het begin van de negentiende eeuw. Hij had veel betekend voor de sociale en economische ontwikkeling van Amsterdam. Hij zette zich in voor verbetering van woonomstandigheden en voeding. Ook bedacht hij een systeem voor het ophalen van het vuilnis. Omdat hij zo belangrijk was geweest voor de ontwikkeling van Amsterdam, besloot in 1978 de gemeente het bejaardentehuis naar hem te vernoemen.

Nu zijn de oude werkzalen verdwenen en omgebouwd tot verblijven voor de bewoners. Er is een atrium op de plaats van een van de binnenhoven. Er wordt nog steeds hard gewerkt hier, maar niet meer door de bewoners.