donderdag 23 augustus 2012

De Bazel -12


Spekkoek

Het lijkt wel een enorm blok lego als je voor het gebouw De Bazel staat. Op elkaar gestapelde lego met strepen in kleuren. De Amsterdammers noemen het dan ook de ‘spekkoek’. Het is een groot gebouw, zeker als je bedenkt dat precies op deze plek allemaal huizen stonden. Al die huizen zijn gesloopt om plaats te maken voor dit grote kantoor. Voor het kantoor razen de auto’s de trams en de fietsen langs. De Vijzelstraat is altijd een hele drukke straat geweest, maar toen ze hier het kantoor wilden bouwen vonden ze dat de straat breder moest.
 
Nu zien we het niet. Maar onder de straat wordt de Noord/Zuidlijn aangelegd.
Misschien heb je er wel over gehoord, dat er huizen verzakten en dat de bewoners er niet blij mee waren. Vroeger deden ze er niet moeilijk over. Als ze vonden dat er iets in de weg stond, dan braken ze het zomaar af zonder te kijken of het bijzonder genoeg was om het te laten staan.  De Vijzelstraat moest breder, zodat er meer verkeer door kon. Nu willen ze de oude huizen aan de Vijzelstraat graag bewaren, omdat ze er nu de waarde wel van inzien.

De Bazel

De Bazel heeft maar een kleine ingang voor zo’n groot gebouw. De deuren zitten tussen twee beelden: eentje met de ogen dicht is Azië en de andere is Europa. Boven de deur staat “Nederlandsche Handelsmaatschappij”. Vroeger hoorde Indonesië bij Nederland. Het land was, zoals dat heet, een kolonie. In Indonesië werden koffie, rietsuiker, tabak en kruiden verbouwd en dat werd naar Nederland verscheept. Hier werd het verkocht en dat leverde veel geld op.  Dat er goed mee verdiend werd is te zien aan het gebouw, groot en rijk versierd.

Het hele gebouw is sjiek en was voor rijke mensen neergezet. Alleen die hadden geld genoeg om geld en juwelen in een kluis te stoppen. De Bazel was een bank, met een schatkamer met hele grote kluisdeuren. Die zijn er nog steeds, maar er zit ‘helaas’ geen geld of goud meer in. Er waren loketten voor de klanten in de hal. Om daar te komen moeten we door de ingang. De ingang is klein maar heel bijzonder. Er zitten een paar gewone deuren in. Maar zij kunnen ook als geheel de grond in zakken. Als je rond de opening of sluitingstijd van het Stadsarchief komt kan je dat zien gebeuren.

De Hal


Het lijkt een beetje op Alice in Wonderland: Vanuit een drukke straat loop je een hele nieuwe wereld binnen. Door de glazen kap valt veel licht naar binnen. De grote zuilen zijn een deel van een betonskelet. Net als onze botten ons dragen, zo draagt het betonskelet het gebouw. Nu wordt bijna alles met beton gemaakt, maar toen was het de meest moderne techniek die er was. De architect Van Gendt tekende het betonskelet en de Bazel ontwierp het gebouw. Ze werkten samen. De mooie grote zuilen en de vloeren zijn onderdeel van het betonskelet. 

Heel jammer is het dat de Bazel zelf het gebouw nooit af heeft gezien. Hij was al ziek, had last van zijn longen en in 1923 is hij gestorven. De bouw heeft tot 1926 geduurd.
In het gebouw werden liften geplaatst, dat kwam toen nog bijna niet voor. Die waren er alleen voor de directeuren. De gewone mensen die er werkten moesten met de trap. 




Heel bijzonder was de buizenpost. In kokers werden berichten door het hele gebouw verzonden. Door het onder hoge druk blazen van lucht door de buizen vlogen ze snel door de buizen heen. Al die buizen kwamen bij elkaar in de kelder. Jammer genoeg is dit systeem er niet meer.





In de kelder is ook een speciale ondergrondse gang. Je kon hierdoor van dit gebouw naar een nieuw gebouw aan de andere kant van de Keizersgracht lopen. Dat was toen de Nederlands Handelsmaatschappij de ABN (Algemene Bank Nederland) was geworden. De spekkoek had een ‘poentunnel’ gekregen. De Amsterdammers dachten dat er veel geld door de gang van het ene gebouw naar het andere werd gebracht. De ingangen van de tunnel zijn dichtgemaakt, niemand kan er meer door…. Misschien alleen nog maar de muizen.


De schatkamer


Omdat De Bazel als een bankgebouw ontworpen is heeft het een hele grote kluis. Dat was toen nieuw en alleen bedoeld voor mensen met geld. Gewone mensen deden hun geld niet op de bank. Want ze hadden niet veel om te sparen. Lang werd geld nog in schatkisten bewaard. Er waren wel banken maar dat kon je in de straat niet zien Ze hadden vaak niet eens een uithangbord, kluizen kwamen pas veel later. En zo’n reuzenkluis als hier kenden ze in Nederland nog niet. 
De Bazel was in Duitsland en Engeland gaan kijken hoe je zo’n grote bank moest bouwen. Daar stonden ze al. De schatkamer heeft metersdikke wanden en dikke stalen deuren. Als er een bom op zou vallen zou de schatkamer heel blijven.



De Italiaanse zaal

Het gebouw en alles wat er in stond aan de muur hing, echt alles, was door De Bazel ontworpen. De stoelen, de tafels, het serviesgoed; zijn allemaal ontwerpen van hem. In die tijd gebeurde dat vaker. Alleen  Italiaanse zaal is niet van hem. De Bazel wilde deze zaal eigenlijk helemaal niet. Hij moest. Deze kamer is de vergaderzaal komt uit het vorige kantoor van NHM dat aan de Herengracht stond.. De directeuren vonden het zo mooi dat ze het mee wilde nemen. En het is gebeurt. 



NHM aan de Herengracht
De Bazel vond dat de zaal niet paste in zijn ontwerp. 
Deze vergaderzaal is heel bijzonder. Op de muren hangen grote geschilderde landschappen. Het is niet Nederland als je naar de landschappen kijkt. Je ziet bergen en beken, herders met schapen en koeien, bomen, vogels vliegen rond en er rijden mannen te paard.  Als je hier bent lijkt het alsof je door de ramen naar buiten kijkt en in Italië bent. Het landschap is nog mooier gemaakt dan het in het echt zou zijn. De schilder heette Jan Augustini en woonde in Haarlem in de 18e eeuw. Hij is zelf nooit in Italië geweest. Het is fantasie: een prachtige romantische fantasie.


In het oude gebouw lag de kamer aan de tuin. Veel mensen weten niet hoe groen het centrum van Amsterdam eigenlijk wel is. Als je op de toren van de Westerkerk staat, kun je dat goed zien. Achter al die stenige grachtengevels zijn prachtige grote tuinen. Er is zelfs in 1612 een wet gekomen om te zorgen dat het altijd tuinen zullen blijven. Er mag niet in de tuinen gebouwd worden. De wet heet een keur en daarom heten die keurtuinen. Op het kaartje kan je zien welke tuinen aan de Keizersgracht en de Herengracht keurtuinen zijn.










De Koningszaal

Alles was ontworpen en zo ook de Koningszaal, die helemaal is ingericht voor de ontvangst van leden van de Koninklijke familie. Aan de muur hangen portretten van onze koningen en koninginnen. Niet zo gek, want de koninklijk familie benoemde de directeuren. Nog steeds worden hier nog wel eens koninklijk bezoek ontvangen of belangrijke gasten zoals bij voorbeeld de Turkse president. Dat doet dan de burgemeester van Amsterdam.

In de Bazel is heel veel groen gebruikt. Er is iets vreemds met dat groen. Het groen werd gebruikt om aan te geven hoe belangrijk iemand was. Hoe hoger in rang, hoe donkerder groen de muren van de kamer waarin hij werkte. Dat was alleen in de kamers van de directie. Prachtige donkere, indrukwekkende kamers met veel donker eikenhout. 
De kamer van de President Directeur in het donkerste groen. Deze kamer ligt precies in het midden om te laten zien hoe belangrijk hij wel was.
Iedere directeur had een eigen toilet en een wachtkamer. Boven de deur zijn 3 lampjes. Als het rode lampje brandde mocht je niet naar binnen; het witte betekende dat hij aan de telefoon zat. Als laatste was er nog een lampje bedoeld voor de bode, iemand die boodschappen of andere zaken rondbracht. Brandde dat lampje dan wisten de boden dat ze ‘ontboden’ werden.


In de kamer van de president directeur hangt ook de klok met het kogelgat. Weet je het verhaal nog?