Tips voor
jongerengidsen
- Zoek op internet of
in de bibliotheek naar meer informatie over je gebouw. De infomap is
alleen maar een steuntje in de rug. Luister en kijk goed tijdens de kennismaking
en de voorbeeldrondleidingen en maak aantekeningen. Bepaal welke dingen
jij boeiend vindt om te vertellen en stel dan je eigen verhaal samen. Gebruik
vooral je eigen woorden. Oefen door je verhaal eens hardop uit te spreken;
dan krijg je meteen een idee van de lengte en van de opbouw. Oefen je verhaal
ook eens met iemand anders erbij.
- Als je niet zoveel
nieuwe informatie over het gebouw zelf kan vinden, kan je ook besluiten om
andere dingen te vertellen. Bijvoorbeeld over de architect en zijn leven,
of over de oude of nieuwe functie van het gebouw, of over de eventuele
vroegere bewoners en gebruikers. Je kan ook vertellen welke bekende
gebouwen er in dezelfde tijd gebouwd zijn (eventueel met een paar
afbeeldingen erbij). Houd dan wel in de gaten dat je toch zo veel mogelijk
vertelt over dingen die mensen op dat moment ook werkelijk voor hun ogen
zien.
- Probeer een paar
leuke feitjes te vinden. Bijvoorbeeld dat de eerste paal scheef de grond
in ging, of dat de architect een dikke wrat op zijn neus had, of dat hij
ruzie had met de aannemer. Dat maakt je verhaal levendig.
- Je hoeft niet alle
jaartallen uit je hoofd te leren, dat vergeten de mensen toch heel snel
weer. Je kan de jaartallen op een papiertje schrijven, maar je kan ook
zeggen: halverwege de negentiende eeuw, laatste kwart van de 18de
eeuw, etc. Noem liefst zo weinig mogelijk jaartallen en tijdsaanduidingen
– alleen de allerbelangrijkste.
- Kijk op een rustig
moment zelf nog eens een keer rond in en bij je gebouw. Het voelt dan
vertrouwder, je komt misschien nog op nieuwe ideeën voor je verhaal en je
weet de weg beter tijdens de rondleiding.
Je presentatie
- Stel je even voor aan
je publiek (naam, leeftijd, misschien de reden waarom je graag over dit
gebouw iets wil vertellen en waarom je jongerengids wilde worden) en vertel
gerust dat je geen ervaren gids bent en dat dit je eerste keer is. Hiermee
win je de sympathie van de mensen en heb je meteen hun aandacht.
- Voordat je met je
verhaal begint, kan je aan de groep vragen of ze hun vragen tot het einde
willen bewaren. Zo kan jij je op je verhaal concentreren en raakt de rest
van de groep de draad niet kwijt. Maar als je juist denkt dat je liever
tijdens je rondleiding vragen beantwoordt en je er zeker van bent dat het
jou niet van je stuk brengt, dan kan je dat ook zeggen.
- Zorg dat de groep je
goed verstaat. Vraag, als je begint., “Ben ik voor iedereen goed verstaanbaar?”
Je hoeft zeker niet te gaan schreeuwen, maar probeer wel net iets harder
te praten dan normaal. Als je een beetje zenuwachtig wordt tijdens je
verhaal, probeer dan tussen elke zin je even te concentreren op je
ademhaling.
- Laat je niet afleiden
door mensen die met elkaar praten. Dat betekent namelijk niet meteen dat
ze het niet interessant vinden! Als het je stoort of je merkt dat het de
rest van de groep stoort, mag je er gerust iets van zeggen! (het liefst
met een grapje of gewoon heel vriendelijk).
- Als je buiten je
gebouw staat, vertel dan niet te lang over de binnenkant, maar concentreer
je op wat de mensen kunnen zien (of andersom natuurlijk).
- Als je iets niet (meer)
weet, kan je dat gerust eerlijk zeggen.
- Loop van onderdeel
naar onderdeel, en wacht steeds even tot de hele groep is aangesloten en
stilstaat en weer klaar is om naar je te luisteren.
- Kondig na je verhaal
bij een bepaalde plek aan waar jullie vervolgens naartoe gaan lopen.
- Wanneer de wandeling
ten einde is: rond je verhaal duidelijk af (“hiermee zijn we aan het einde
van de rondleiding gekomen”) en bedank de groep voor hun aandacht.
- De gebouwen van Open
Monumentendag worden door veel verschillende mensen bezocht, niet alleen door
kinderen die zich voor jouw rondleiding hebben aangemeld. Er kunnen bijvoorbeeld
ook fotografen aan het werk zijn en misschien gaan er volwassenen
meeluisteren. Beschouw het als een eer als ze je geboeid blijven volgen,
maar vraag vriendelijk of ze weg willen gaan als het je stoort. Zeg gewoon
maar dat het een privérondleiding is. Concentreer je op jouw groep! Zij
hebben altijd voorrang.
- Als je zenuwachtig
wordt en bang bent om dingen te vergeten tijdens je verhaal, bedenk dan goed
dat JIJ de enige bent die weet welk verhaal je gaat vertellen. Niemand
weet dus wat jij vergeet! Dus is het helemaal niet erg.
- Houd in gedachten dat
je mensen een plezier doet met je verhaal en dat ze speciaal zijn komen
luisteren naar jou. Probeer er zelf ook van te genieten!